De enkele plooi is de eenvoudigste. Passen we toe bij zware en dikke materialen zoals velours en bij plooigordijnen die gevoerd worden. Voornaamste voordeel: u heeft relatief weinig gordijnstof nodig.

Het meest toegepaste vouwgordijn. De stof wordt aan de achterkant om de circa 25 cm ingenomen en doorgestikt tot tunnels. In deze tunnels doen we baleinen: dit zorgt voor een strak uiterlijk. Het model is prima voor effen stoffen of stoffen met een verticale streep. Voor patroonstoffen niet, aangezien bij iedere balein een stukje van het patroon wegvalt in de tunnel. Dat lossen we als volgt op: we stikken de tunnels niet in de stof maar aan de achterkant erop. Daarvoor gebruiken we strookjes van dezelfde patroonstof. Zo blijft het patroon ook aan de voorkant mooi doorlopen.

Een vouwgordijn zonder baleinen heeft alleen een onderlat. Op de achterkant stikken we ringetjesband zodat het vouwgordijn kan worden opgetrokken. Neergelaten hangt het als een vlakke lap. Opgetrokken is het een nonchalante raamdecoratie. Dit model is geschikt voor effen stoffen, stoffen met een streepje en stoffen met een patroon.

Misschien kiest u wel voor vouwgordijnen met baleinen aan de voorkant. Ze hebben iets moderns en speels. Om de circa 25 cm nemen we de stof in en stikken hem door, zodat tunnels voor de baleinen ontstaan. U kunt dit model bestellen voor zowel effen stoffen als patroonstoffen.

Net als gordijnen kunnen vouwgordijnen gevoerd worden. Met een voering geeft u uw vouwgordijn een chiquere uitstraling. Bovendien voorkomt u verkleuring en aantasting door de zon.

Vouwgordijnen van Knip en Klaar Gordijn zijn standaard voorzien van een ketting bediend cassettesysteem. Op dit systeem krijgt u twee jaar garantie.

• U geeft de maten op die u heeft gemeten volgens de meetinstructies.
• Zelf haalt u hier niets vanaf of telt u hier niets bij op.
• Het atelier zorgt er voor dat het gordijn vrij hangt van de vloer of de vensterbank en breed genoeg is wordt gemaakt zodat het gordijn altijd goed sluit en past.

De breedte van de stof meet u op volgens onderstaand voorbeeld. Let er bij het opmeten op dat u de breedte van de neggen / zelfkanten er af haalt. Deze snijdt het atelier er af omdat deze niet bruikbaar zijn.

Gevoerde gordijnen vallen rijker, ogen luxer en gaan langer mee. De voering voorkomt verkleuring en vertering van de stof door zonlicht. Sommige stoffen zoals zijde en velourse stoffen moeten zelfs gevoerd worden omdat de stof anders binnen onafzienbare tijd zal zijn verteerd. Gevoerde gordijnen isoleren ook beter en voorkomen dus de nodige kou en tocht van het raam. Bij een gevoerd gordijn kan ook gekozen worden voor een verduisterende voeringstof. Erg prettig om uw slaapkamer goed donker te krijgen.

Vlinderplooi is een ander woord voor dubbele plooi. Deze plooi is de meest gebruikte. Geeft het gordijn een exclusieve uitstraling. Uw gordijnstof hangt mooier en de onderkant valt soepeler dan met een enkele plooi. Maar u heeft er ook meer van nodig.

De triplooi is een upgrade van de vlinderplooi. We vouwen de plooi namelijk niet twee maar drie keer in. Passen we meestal toe bij dunne en soepel vallende stoffen zoals vitrages, voiles en inbetweens. Niet bij dikke en/of gevoerde gordijnen: dan wordt het geheel te zwaar en te massaal.

De platte plooi is vooral geschikt voor voile en vitrage. Reden: een gordijn met een platte plooi kunt u niet open– of dichtdoen; het blijft over een vaste breedte hangen. Er zit veel stof in zo’n soort gordijn. Daardoor heeft u weinig inkijk van buiten. Staat tegenover dat een voering niet mogelijk is.

Een waveplooi is een gordijn met regelmatige golven. De golven ontstaan doordat aan de bovenzijde van het gordijn een transparante band is gestikt. Met behulp van de waveglijders ontstaat er vervolgens een mooie plooi. In de wave gordijnband worden insteekhaken op gelijke afstand geplaatst.

Gordijnen met ringen zien er strak en modern uit. De stof hangt mooi en soepel golvend. Bovendien kunt u dit type raambekleding terugbrengen tot een klein pakketje. Dat betekent veel zon naar binnen en veel zicht naar buiten.

Heeft een gordijn een tunnel, dan kan het over een roede heen: een roedegordijn. Heeft een gordijn twee tunnels – eentje boven, eentje beneden –, dan noemen we dat een spangordijn. Zulke gordijnen maken we vaak met voile en vitragestoffen. Roedegordijnen en spangordijnen schuiven niet zo goed. Ze worden dus alleen gebruikt in situaties waarbij ze niet open hoeven.

Embrassen zijn sierlijke banden die uw gordijnen open houden. Een mooie aanvulling op vaak toch al fraaie raambekleding. Er zijn twee soorten: de rechte en de banaanvormige. We maken ze in de maten 70 cm en 120 cm (visueel dus 35 cm en 60 cm).

Voering geeft u uw overgordijnen een chiquere uitstraling. Bovendien voorkomt u verkleuring en aantasting door de zon. Het voeren van uw gordijnen is mogelijk bij de enkele plooi, de vlinderplooi en gordijnen met ringen.